De spelers staan in een grote kring met de handen los. Ze sluiten hun ogen en lopen langzaam naar het midden, terwijl iedereen zacht zoemende geluiden maakt. Ze proberen om met hun ogen dicht twee mensen een hand te geven. Die handen houden ze vast. Wie twee handen heeft gevonden, mag de ogen opendoen en stoppen met zoemen. De spelers die nog een hand zoeken, blijven zoemen; de anderen helpen hen, zonder te praten, om een hand te vinden.