Iedereen zit in een kring. Twee stokjes worden gekruist of niet gekruist doorgegeven. Wanneer een speler dat doet, zegt die: "Ik geef de stokjes gekruist/niet gekruist door". De spelers weten echter niet dat hun benen bepalen wat ze moeten zeggen. Zitten ze met hun benen gekruist, dan zeggen ze dat ze de stokjes gekruist doorgeven. Zitten ze niet met hun benen gekruist, dan zeggen ze niet gekruist. De stand van de stokjes zelf maakt niets uit. Als spelleider zeg je na elke poging of de uitspraak juist of fout is. De bedoeling is dat de groep het systeem doorkrijgt.