Alle spelers krijgen een sticker met een woord op hun rug geplakt. Die woorden horen in duo’s bij elkaar (bv. Romeo en Julia, kip en haan, circusdirecteur en acrobaat...). De spelers zoeken hun partner door ja/nee-vragen te stellen over zichzelf. Duo’s die voltallig zijn, gaan op de grond zitten. Variatie: trio's i.p.v. duo's (bv. Karen, Kristel en Kathleen, eend, eend, gans...)