101. Gooi alle schoenen op één hoop. Doe zo snel mogelijk je eigen schoenen opnieuw aan.
102. Tel omgekeerd van 40 tot 0.
103. De speler krijgt enkele teksten. De spelleider leest voor uit één van de teksten. Welke?
104. Vraag bij iemand uit de buurt een boterham of suikerklontje.
105. Loop een paar keer rond het speelterrein.
106. Zeg op verschillende en zoveel mogelijke manieren "a".
107. Zeg zo lang mogelijk "a".
108. Zoek een originele opdracht.
109. Doe tien dierengeluiden na.
110. Geef vijf dierennamen die beginnen met a.